Handige links voor schrijvers

Handige links voor schrijvers

Als ik mensen schrijftips geef, verwijs ik regelmatig naar andere websites. In deze blog deel ik mijn top 5 van handigste links met een korte beschrijving. Heb jij goede aanvullingen? Laat het me weten!

Afwisseling in je teksten

Afwisseling is een belangrijk ingrediënt voor lekker leesbare tekst. Als je in opeenvolgende zinnen steeds hetzelfde woord gebruikt, haakt je lezer snel af. De tip?

Ontzettend simpel in gebruik en heel waardevol voor iedere schrijver, auteur, kantoorbediende, klerk, penvoerder, scribent, secretaris, columnist, dichter, essayist, romancier, scribent, inktkoelie, pennenlikker of opsteller ?

Antwoord op al je vragen over taal en spelling

Als schrijver loop je soms (regelmatig?!) tegen vragen over taal en spelling aan. Wat je vraag ook is: bij onze taal vind je het antwoord.

Eerlijk is eerlijk: zelf Google ik vaak mijn vraag in combinatie met de woorden ‘onze taal’ en klik dan door naar de link met het antwoord, maar bovenstaande link is het officiële startpunt voor je taal- en spellingkwesties.

Spreekwoorden, gezegden en citaten

Spreekwoorden oubollig? Misschien. Maar vaak ook een verrassend startpunt voor nieuwe invalshoeken. Niet gek dus, om regelmatig even te grasduinen!

De website werkt heel eenvoudig: vul gewoon een woord in waarbij je een spreekwoord zoekt en je krijgt de resultaten. Let op: je kunt je zoekresultaten verfijnen door te spelen met de keuzeopties. Doorzoek bijvoorbeeld ook eens de omschrijvingen van spreekwoorden!

Brainstormen in je eentje: AI

Met twijfel schrijf ik deze op, wat ik ben nog niet uitgedacht over de (ethische) consequenties van de ontwikkelingen op het gebied van AI. Waarom dan toch noemen? Goed gebruikt is ChatGPT echt fijn om mee te brainstormen.

ChatGPT is (net als andere AI tools) minder eenvoudig in gebruik dan bovenstaande websites. Je moet leren om ermee om te gaan en dat betekent vooral: je moet de juiste vragen stellen en kaders geven. Als dat lukt? Dan heb je een fantastische brainstormpartner. Vooral handig als je in je eentje moet brainstormen. Wat mij betreft blijven we ook vooral creatieve sessies met elkaar houden. Al is het maar omdat het zoveel voldoening geeft als je samen tot iets nieuws komt!

Hoe schrijf je dat woord…?

Ik weet nog goed hoe frustrerend ik het vond op de middelbare school: wij zaten midden in de overgang van de oude spelling naar de nieuwe. Was het nu pannekoek of pannenkoek?

Er worden nogal al wat schrijfwijzen door elkaar gebruikt. En de spellingscontrole van Word zorgt ook regelmatig voor verwarring. Bij twijfel kijk ik daarom altijd even op woordenlijst (AKA: ‘het groene boekje’). Dat boekje heb ik ook nog ergens liggen, maar ja: even een woord invullen op de website gaat stukken sneller dan door dat boekje bladeren. Bovendien veroudert het boekje en is de website actueel. Een echte aanrader dus!

Heb jij aanvullingen voor deze lijst?

"
xyz
Tekstschrijver Lisette van de Heg

 Hoi,

ik ben Lisette.

‘Ik schrijf omdat ik dat leuk vind en ik geniet ervan om mijn kennis over schrijven met anderen te delen.’

Na mijn Pabo-opleiding werd ik achtereenvolgens tandartsassistente (dat is een lang verhaal), moeder, romanschrijver en praktijkmanager. Dat laatste hielp me kiezen om echt voor het schrijven te gaan. Tegenwoordig kun je me inhuren als tekstschrijver, ghostwriter of schrijfbegeleider. Net wat jij nodig hebt.

Wat doet een ghostwriter? En waarom zou je er een inschakelen?

Wat doet een ghostwriter? En waarom zou je er een inschakelen?

Wat doet een ghostwriter?

Een van de eerste keren dat ik iemand mailde over mijn werk als ghostwriter, kreeg ik als antwoord:

“Ik moest even opzoeken wat een ghostwriter is. Ik had geen idee.”

Dat was een eye-opener voor me. Ik ben al jarenlang schrijver en de term ghostwriter is voor mij zo vanzelfsprekend dat ik er niet bij had stilgestaan dat een ander er vragen bij kan hebben.

Daarom eerst een korte uitleg.

 

Ghostwriting: voor een ander schrijven

Een ghostwriter schrijft het verhaal op dat iemand wil vertellen. Die ‘iemand’ is bijvoorbeeld een Bekende Nederlander of iemand met een bijzonder verhaal. De ghostwriter is de onzichtbare (spook)auteur. Degene die het verhaal op papier zet, maar die niet in de publiciteit treedt.

Soms staat in het binnenwerk van het boek vermeld dat het geschreven is door een ghostwriter of dat het een co-creatie is. Wat er wel of niet over de ghostwriter wordt vermeld, wordt in overleg afgesproken.

Waarom zou je een ghostwriter inhuren?

Er zijn verschillende redenen om een ghostwriter in te huren:

Je hebt een verhaal te vertellen, maar houdt totaal niet van schrijven;

Je wilt een professioneel businessbook uitgeven, maar schrijven is niet je ding;

Je hebt te weinig tijd.

Als je met een ghostwriter werkt, kun je het boek gewoon als ‘jouw eigen boek’ uitgeven. Jouw naam staat op de kaft.
Je hoeft niemand te vertellen dat je het boek niet zelf geschreven hebt.

Al kan dat wel. Het is aan jou.

Waar moet je op letten als je een ghostwriter inhuurt?

Als je overweegt om je boek door een ghostwriter te laten schrijven, is het belangrijk dat je antwoord kunt geven op een paar vragen: 

Voor wie is dit boek?

Voor volwassenen, kinderen, mannen, vrouwen, ouderen, vakgenoten, familie, sporters, natuurliefhebbers…?

Z

Wat wil je bereiken met het boek?

Heb je bijvoorbeeld belangrijke nieuwe inzichten te delen (je wilt mensen informeren), een grappig verhaal (je wilt mensen vermaken)
of juist een oproep om in actie te komen (je wilt dat mensen in actie komen)?

Bespreek met je ghostwriter op welke manier je hier het beste invulling aan kunt geven. Maak gebruik van zijn/ haar expertise, maar wees ook duidelijk over woorden, begrippen en uitspraken die wel en niet bij jouw manier van vertellen passen.

U

Ghostwriten: samen creëren

Zelf vind ik het belangrijk dat we een klik met elkaar hebben. We gaan namelijk een intensief traject in, waarbij ik je veel vragen zal stellen.
Niet alleen over jouw verhaal, maar ook over jezelf. Zo krijg ik een beeld van wie je bent en dat neem ik mee in het boek.

Schrijven is schrappen

En  veel herschrijven

"

Er zijn mensen die roepen dat ze in vier weken tijd een compleet boek hebben geschreven.
Ik vind dat niet het eerlijke verhaal. Voor de meeste mensen is dit namelijk onmogelijk!

Niet als je het hele proces meeneemt.

Ja: je kunt in vier of acht weken een goede basis neerzetten, maar dan is het nog geen boek.
Een boek (laten) schrijven kost tijd.

Denk in elk geval aan

De voorbereiding

  • Nadenken over de onderwerpen, de opbouw en de stijl van je boek.
  • Als ik voor jou ga schrijven, heb ik informatie nodig over het onderwerp en jouw kijk daarop.
    Daar zijn vaak meerdere gesprekken voor nodig.

Schrijven en herschrijven

  • Daarna kan ik beginnen met schrijven.
  • Jij leest de tekst en geeft feedback. Ik ga herschrijven.
    (Feedback geven en herschrijven herhalen we zo vaak als nodig is)
  • Is het boek voor een breed publiek bedoeld? Dan is het goed om proeflezers in te schakelen.
    Ook zij geven feedback en ook die moet in de tekst verwerkt worden.

Redactie, vormgeving, marketing en distributie

  • Ben je tevreden met de versie die er is? Dan raad ik je aan om een externe redacteur in te schakelen.
    Die kijkt met een nieuwe blik naar de tekst en haalt er fouten en inconsistenties uit.
  • Ondertussen kun jij nadenken over de titel, de flaptekst, de vormgeving en de manier waarop jij je boek onder de aandacht wilt brengen.
  • Is het hele boek naar je zin? Dan kan het boek worden opgemaakt.
  • Je ontvangt een proefdruk en ook die moet goed gecontroleerd worden.
  • Tenslotte ga je over tot het laten drukken van je boek en komt de fase van eventuele verkoop en marketing.

 

Wil je een goed boek?

Geef het de tijd die nodig is

Het ene boek schrijft zichzelf sneller dan het andere boek. Dat heeft onder andere te maken met het onderwerp, het type boek en de voorbereiding. Ook de snelheid van meelezen en feedback geven, speelt een grote rol (sterker nog: vaak treedt in deze fase de vertraging op).

Snelheid is niet het belangrijkste bij het schrijven van een boek, maar het is wel fijn om de vaart erin te houden.
Daarom maken we hier samen afspraken over.

Wat kost dat?

Het laten schrijven van een boek kost tijd en aandacht. Houd rekening met een investering van rond de € 10.000 euro (ex. BTW).
Afhankelijk van het onderwerp, je wensen en de manier waarop we het proces inrichten, kunnen de kosten hoger of lager uitvallen.
Daarom spreek ik graag met je door wat je precies voor ogen hebt en welke werkwijze het beste bij je past.

Op basis van dit gesprek kan ik een gespecificeerde inschatting van de kosten voor je maken.

Wil je meer weten?

"

Waarom ik overstapte naar een andere bank

Waarom ik overstapte naar een andere bank

Eerlijk is eerlijk. Het is best wel even ‘een dingetje’ om naar een andere bank over te stappen. De laatste keer dat ik van rekeningnummer veranderde, was toen ik trouwde en samen met mijn aanstaande een rekeningnummer opende.

Maar toen bleef ik bij dezelfde bank.

Bovendien had ik op dat moment nog maar relatief weinig transacties.

Je hebt die bank nodig bij alles wat je doet

In de jaren die volgden, werden de banden waarmee ik vastzat aan de bank inniger en inniger. Woonlasten, loon, verzekeringen, kinderbijslag, belastingen, lidmaatschappen, verenigingen, goede doelen, rekeningen voor de kinderen.

Nou ja, je kent het rijtje wel.

Toch had ik er regelmatig moeite mee. Uit onderzoek bleek namelijk dat ‘mijn’ bank slecht uit allerlei tests kwam.

Wapenhandel?
Daar zit goed geld in, dus daar investeren we in.

Mensenrechten?
Als wij het maar goed hebben. Toch?

Klimaatverandering?
Daar doen we niet aan.

En laat ik dit soort onderwerpen nou nét wel belangrijk vinden!

Wapenhandel, mensenrechten en klimaatverandering

Vooruit, over wapenhandel denk ik niet dagelijks na en heb ik weinig gesprekken, al vind ik het moreel verwerpelijk om een ander pijn te willen doen, lees: dood te schieten.

Maar mensenrechten en klimaatverandering?
Dat zijn onderwerpen waar ik vaak over spreek met anderen, waar ik me voor wil inzetten.

In één van de eerste interviews die ik gaf, naar aanleiding van mijn debuut Mara, zei ik:

‘Ik heb een hekel aan onrecht.’

Dat was mijn drijfveer om in het boek incest aan de kaak te stellen en dát is nog altijd mijn drijfveer om personen en organisaties te steunen die zich hard maken voor mensenrechten.

En dan klimaatverandering. Een onderwerp waar nog niet alles over gezegd of geschreven is, maar dat wat wordt gezegd en geschreven, volg ik met interesse. Ik zie in mijn eigen achtertuin hoe de droogte nu voor het derde jaar op rij toeslaat en ik denk erover na hoe ik mijn steentje kan bijdragen om het tij te keren. Doe mijn best om te consuminderen en verder duurzame keuzes te maken.

Dat gaat met vallen en opstaan, maar ik ben er in elk geval bewust mee bezig. Ik deel mijn ervaringen met anderen en schreef met veel plezier mee aan het boek Groen op hakken. Ook heb ik regelmatig discussies over wat wel en wat geen zin heeft.

Maar die bank van mij, die deed weinig moeite op al deze gebieden.

Welk signaal geef je af als je klant blijft, terwijl je het fundamenteel oneens bent met gemaakte keuzes?

Hoe kan ik diensten en producten (blijven) afnemen, als ik zelf doelen nastreef die tegengesteld zijn aan die van de bank? Want met mijn klandizie bevestig ik in feite dat ze wat mij betreft wel op deze weg mogen doorgaan.

Toch had ik een zetje nodig, want ja: het is zo’n gedoe om van bank te wisselen.

Dat zetje kwam bij mijn man vandaan, die tijdens een lezing overtuigd raakte van het feit dat dit gewoon een stap was die we konden zetten.

Zetje, zeg ik, maar in feite was het optillen en meenemen wat hij deed.

Hij zocht namelijk uit welke bank wél goed scoorde.
En hij zette de overgang in werking.

Overstappen: je moet er wel wat voor doen

Daarna hoefde ik alleen nog maar wat enveloppen te openen, mijn nieuwe bankpas in gebruik te nemen, mijn bankrekening te activeren en wat berichten rond te sturen.

Ik ga niet zeggen dat ‘berichten rondsturen’ een klusje van niks is.

Dat is het namelijk wel. Je moet echt even door al je (vaste) lasten heen, bekijken waar je incasso’s hebt, periodieke overboekingen, enz. enz. Soms is het even zoeken: moet je zelf je rekeningnummer wijzigen in ‘mijn menu’ of moet je een bericht sturen? Krijg je wel of geen bevestiging van de wijziging?

Natuurlijk moet je ook je familie en vrienden, je werkgever en eventuele klanten informeren.

Kortom: je bent er even mee bezig.

Maar daarna heb je wel wat:

  1. Een bank die goede scores in de eerlijke geldwijzer heeft én die weet dat je daarom van de bewuste bank hebt gekozen (dat is dé motivatie voor zo’n bank om op de ingeslagen weg door te gaan, want je bevestigt ze dat ze goed bezig zijn)
  2. Inzicht in al je inkomsten en uitgaven
  3. En niet te vergeten: opluchting omdat je voorlopig goed zit ?

Benieuwd hoe jouw bank het doet?
Bij de eerlijke geldwijzer vind je de scores in een duidelijk overzicht.

Vers van de pers: Groen op hakken

Vers van de pers: Groen op hakken

groen op hakken

Al jarenlang doe ik mijn best om zo groen (of noem het duurzaam) mogelijk te leven. Er is maar één aarde en ik geloof dat wij de verantwoordelijkheid hebben gekregen om daar zorgvuldige mee om te gaan. 

Begin 2018 kwam de vraag op mijn pad of ik wilde meeschrijven aan boek over duurzaam leven: geschreven voor en door vrouwen. Dat wilde ik graag!

Het resultaat ligt nu in de winkel! Groen op hakken is een boek vol leuke, leerzame en goed toepasbare tips voor ieder huishouden, afgewisseld met Bijbels geïnspireerde motivatie om zorg te dragen voor de schepping.

Elevatorpitch

Elevatorpitch

Anderhalf jaar geleden had ik nog nooit van de elevatorpitch gehoord.
Inmiddels weet ik dat er ondernemers zijn die wekelijks pitchen tijdens hun BNI-netwerkontbijt.
Dat er wedstrijden elevatorpitchen bestaan.
Dat er coaches zijn die jou leren pitchen.
Dat ik het best lastig vind om zelf te pitchen.

En ik ontdekte een manier van pitchen waar ik me fijn bij voel. Ik ontdekte de storypitch.

Maar eerst…

kladblok met vragen over schrijven

Wat is een elevatorpitch?

De naam elevatorpitch verraadt het al. Terwijl je met een onbekende in de lift staat, moet je in een paar woorden kunnen uitleggen wie je bent en wat je doet. Dat is een heel handige vaardigheid voor een ondernemer.
Meestal wordt er een tijdsduur van een minuut aan de pitch gekoppeld (de tijd die de lift erover doet om je naar de andere verdieping te brengen)

Hoe maak je een elevatorpitch?

De eerste keer dat ik moest gaan pitchen, struinde ik internet af op zoek naar tips. Hoe pak je dat pitchen aan en waar moet je (afgezien van de tijdsduur) op letten? Ik kwam de XYZ-formule tegen die Bart van de Belt deelt in dit filmpje . De formule vond ik fijn, de eenvoudige opbouw bood houvast en ik maakte daar dankbaar gebruik van.

Show, don’t tell

Na die eerste keer pitchen bleef ik deze opbouw gebruiken. Toch begon er langzamerhand iets aan me te knagen. De ‘recht in je gezicht’ aanpak past niet zo goed bij mij. Misschien omdat ik bij het schrijven van mijn romans iets heel anders heb geleerd. Namelijk dat het beter is om je lezer zelf de beelden te laten vormen in plaats van alles letterlijk voor te kauwen. Daar bestaat zelfs een mooie schrijfterm voor: Show, don’t tell.

Wat jij als pitchende ondernemer hebt aan Show, don’t tell?  Ik had er het volgende aan, sterker nog, ik won er mijn eerste bedrijfsfilmpje mee!

Pitchwedstrijd

Ik wist vooraf dat er allemaal ondernemers aanwezig zouden zijn. Ik kon mijn verhaal daarom eenvoudig aanpassen aan deze doelgroep: ondernemers. Ik koos een herkenbare situatie die deze doelgroep zou aanspreken. Dit was mijn pitch:

 

Deze pitch leverde me bovenstaande filmpje, gemaakt door Mootiv op.

Jij bent ondernemer en je hebt een verhaal over je product of dienst.
Dat verhaal wil je delen met je klanten. Je vertelt erover, je bent enthousiast, je geeft antwoord op de vragen van je klant en je deelt je kennis.

Datzelfde verhaal wil je ook kwijt op je website, op je Facebookpagina in je blog of misschien in een brochure of folder die je laat maken.

Eitje, toch?

Je gaat zitten, opent je tekstverwerker en je staart naar die knipperende cursor.
Je schrijft een paar woorden, maar al heel snel wordt de delete-knop je beste vriend.

Je kijkt op je horloge en je bedenkt dat je echt wel wat beters te doen hebt. Jouw bedrijf vraagt je aandacht!

Die tekst komt wel. Volgende week, volgende maand, of misschien…
In elk geval: vóór het einde van het jaar. Dan is die tekst er wel.

Herkenbaar?

Van uitstel, komt afstel.

Maar er is een oplossing. Die oplossing heet: Lisette van de Heg. Ik ben tekstschrijver en ik vertel jouw verhaal in duidelijke taal.

 

Niet alleen was ik een pitchervaring rijker. Ik kreeg ook nog eens de kans om de pitch op te laten nemen in een opnamestudio.

Prachtig toch?!

Storypitch

Een week nadat ik met deze pitch de wedstrijd won, was ik bij een lezing.

Presentatiecoach Gabriëlle Dick noemde de term ‘storypitch’ en paste het meteen toe. Ik herkende de opbouw direct, want die had ik een week eerder zelf gebruikt.

Ik dacht enthousiast: Pitchen kan en mag dus ook anders!

XYZ-pitch of storypitch?

Maakt het uit of je een formule gebruikt voor je pitch, of dat je de pitch aankleedt met een verhaal? Nee, ik denk niet dat het daarom draait.
De belangrijkste les die ik leerde was: pitch op de manier die bij jou past. Ga na wat je prettig vindt en dwing jezelf niet in de succesformule van een ander.
Want het is jouw verhaal. Jouw product. Jouw dienst.
En jouw elevatorpitch.

Wat vind jij een fijne manier van pitchen?

 

De netwerkborrel, lastig of leuk?

De netwerkborrel, lastig of leuk?

Netwerken, is dat nu lastig, of leuk?
3 lessen over netwerken die we kunnen leren van kleine kinderen én mijn persoonlijke tips om enthousiast thuis te komen na een netwerkborrel.

Netwerken

Om een gezond bedrijf op te bouwen, moet jij – net als ik – netwerken.
Dat is belangrijk, want zonder netwerk geen klanten.
Zonder klanten, geen inkomen.
En zonder inkomen… problemen.

Maar het punt is: ‘Ik ben niet zo’n netwerker. Waar moet ik beginnen?’

Netwerken is als spelen in de zandbak

Er is altijd wel een zandbak in de buurt. Of het nu in de achtertuin bij de buren is of in het speeltuintje verderop in de straat: kinderen weten die zandbak feilloos te vinden. Ik denk dat kinderen een antenne hebben die ze vertelt waar ze leuk kunnen spelen. Ze houden hun ogen en oren goed open, zodat ze gebruik kunnen maken van de eerstvolgende beschikbare zandbak.

Les 1: Er is altijd wel een netwerk in de buurt.

‘In de buurt’ gaat over jouw eigen netwerk. Want ja, dat netwerk heb je al! Ook als beginnende ondernemer. Je hebt vrienden, familie, buren, oud-collega’s en social media contacten. Het is de zandbak die in je eigen achtertuin ligt. Je hoeft er alleen maar in te stappen en te vragen:
‘Wil je spelen?’

Les 2: Stel gewoon je vraag of vertel je verhaal.

Keer op keer valt het me op hoe kleine kinderen onbevangen op andere kinderen afstappen en vragen: ‘Wat doe jij? Mag ik meedoen?’
Ze doen niet moeilijk, bedenken geen ingewikkelde strategie en kletsen er niet omheen. Ze zeggen gewoon wat ze bedoelen.

Zo kun jij in je eigen netwerk vertellen wat je bezighoudt. Het is die eerste stap, de zandbak in. Het is de stap die ik vrij eenvoudig vond om uit te voeren. Ik ben voor mezelf begonnen. Wil je meedenken? Weet jij iemand die me kan helpen met…?

Doordat ik mijn eigen netwerk vertelde over mijn stap om zelfstandig tekstschrijver te worden, pitchte ik ongemerkt iedere keer mijn boodschap. En die oefening hielp me om in een later stadium ook bij onbekenden te pitchen.

Les 3: Durf te delen.

‘Mag ik jouw schepje?’
‘Ja hoor,’ zeg je, want jij bent met je harkje bezig en hebt die schep nu niet nodig.

Delen is eenvoudig. Jij hebt kennis en vaardigheden die een ander niet heeft. Van delen wordt je altijd beter. Door een ander wat te gunnen, word je een mooier mens.

Is het dan zo eenvoudig, dat netwerken?

Nee, voor mij niet. Het begint al bij de locatie. Ik heb een hekel aan autorijden. Netwerken is prima, maar wel een beetje in de buurt graag. En dan wil ik dat er een goede parkeergelegenheid is. Liever geen ondergrondse garage, niet te krap, niet langs een gracht, niet diep in een binnenstad.

Ik raadpleeg Google Maps en Street View en bedenk een strategie om levend aan te komen.

Je begrijpt: voordat ik überhaupt in het zaaltje bén, heb ik al een flinke inspanning geleverd.
En dan komt het volgende. Zodra ik buiten mijn eigen zandbak kom en in een nieuwe stap wordt het veel spannender.

Ik móet mensen spreken. Daarvoor ben ik hier! Maar ik ken helemaal niemand.
Bij de deur word ik gelukkig vriendelijk begroet, maar ik kan moeilijk bij die ingang blijven staan.
Doorlopen maar.
En daar sta ik dan. Met een drankje. In mijn eentje. Een stapel visitekaartjes in mijn tas. Ik kijk wat om me heen en zie allemaal mensen. Druk in gesprek. Ze kennen elkaar natuurlijk allemaal al jaren…

netwerkborrel visitekaartjes

😮 Wat doe ik hier!?

Netwerken is als spelen in de zandbak

Ik ben meerdere keren in een nieuwe zandbak gestapt en vond dat best lastig. Maar ik heb er onder andere dit van geleerd: het is heel menselijk om te netwerken. Wij zijn relationele wezens. Het is leuk om anderen te ontmoeten, het is leuk om verassende gesprekken te voeren. En ja, het is ook leuk als daar opdrachten uit voortkomen.

Deze tips helpen mij om enthousiast terug te komen van een netwerkborrel:

1. Ik mag van mezelf van tevoren geen zin hebben. (Dan kan het alleen maar mee vallen.)
2. Ik houd in mijn achterhoofd dat ik niet de enige ben die ‘niet zo’n netwerker is’. (Dat heb ik ergens gelezen en dat wil ik graag geloven.)
3. Ik ga alleen.

Dat is de beste tip: ga alleen naar die netwerkborrel

Stel: je gaat samen met je vriendje naar de zandbak. Jullie hebben allebei een emmer en schepje bij je en maken samen plannen om het aller- allergrootste zandkasteel ooit te bouwen met de aller- allermooiste gracht er omheen. Jullie komen aan bij de zandbak en gaan direct aan de slag.

Dat er nog andere kinderen zijn, zien jullie niet, want jullie zijn alleen met elkaar en met het zandkasteel bezig.

Wil je netwerken? Ga alleen naar die bijeenkomst. Echt, het werkt. Ik ben nu meerdere keren alleen gegaan en daardoor stond ik automatisch meer open voor anderen.

Even de tijd nemen om te observeren leert dat:

  • je groepjes van 2 niet moet infiltreren (spionagewoord B) ) maar groepjes van 3 wel (met die derde persoon raak je gemakkelijker in gesprek dan met die 2 die al op elkaar gefocust zijn).
  • er nog iemand voor muurbloempje speelt en dat diegene het superfijn vindt om een gesprek met je te beginnen.
  • er mensen zijn die zich voor je openstellen. Ze knikken je toe of glimlachen en ja hoor: je kunt aanhaken in een gesprek!
  • de organisatoren van de borrel vaak ook nagedacht hebben over dit ‘probleem’. Je moet (en iedereen met jou) bijvoorbeeld verplicht speeddaten. Voila: probleem opgelost.

Ruzie in de zandbak

Het meisje naast je krijgt zand in haar ogen en schreeuwt dat je het expres deed. Ze huilt en de andere kinderen bemoeien zich ermee. Voordat je het weet, is het oorlog in de zandbak. Scheppen en harken worden wapens. Zand vliegt door de lucht. Geschreeuw, gehuil en vluchtende kinderen. Voordat je het weet is iedereen vertrokken en ligt er alleen nog een eenzaam emmertje.

Soms loopt het gewoon niet zoals je graag had gewild.
Maar dat wil niet zeggen dat je nooit meer naar die zandbak moet terugkeren. Even slikken, accepteren en weer doorgaan.

Want ook dat kunnen we van kinderen leren: ze staan weer op nadat ze gevallen zijn.

Wat is jouw beste netwerktip?