Later

Novelle

Het verdwijnen van Bens moeder tekent de levens van hem en zijn vader. Samen proberen ze er het beste van te maken. Ze knappen een oud busje op en tijdens de vakanties trekken ze eropuit.

Tientallen jaren later besluit Ben in een opwelling om opnieuw samen met zijn vader een reis te maken met de bus. Tijdens de tocht komt er steeds meer aan het licht over Bens moeder en wat er is gebeurd.

Om Later beschikbaar te houden, geef ik het in eigen beheer uit als
e-book (€ 1,99).

Lenen kan ook: via Kobo Plus of je eigen bibliotheek.

"Cover van het e-book Later"

Over het boek

‘Lisette van de Heg kan veel zeggen in een klein boek. De manier waarop ze de gelijkenis van de verloren zoon verwerkt in dit boekje onderstreept de mogelijkheid van later.

(…)

Ik zelf was wel verrast door de brief die Ben van zijn vader heeft gekregen. Een toegift die de uitgever op de website heeft geplaatst. Later is een boek met passie, erg mooi.’

Antoinette Schram

Recensie Boekenmening.net

Al gauw na het verschijnen van Mara kwam de BCB met de vraag of ik het geschenkboek wilde schrijven voor de Week van het Christelijke Boek.

Op dat moment vond ik het nog te vroeg, maar een paar jaar later zag ik het wel zitten.

Een boek in opdracht: dat betekende dat er extra eisen gesteld werden. Het moest leuk zijn om te weg te geven, het moest een breed publiek aanspreken en het mocht maximaal 25.000 woorden tellen.

Een mooie uitdaging die leidde tot de novelle Later!

 

‘Toen Ben Vervoort zes jaar en drie weken oud was, verdween zijn moeder.’

 

Leesfragment

Hij zag hem nog staan, zijn vader. Een sigaret in zijn mond, handen in zijn zakken, uitkijkend over de vlakke polder. De wind joeg door zijn haren en rukte de as van zijn sigaret.
Het duurde lang voordat Ben genoeg moed had verzameld om naar hem toe te lopen, maar omdat er niemand anders was, deed hij het toch. Op zijn tenen.
‘Waar is mama?’
Zijn vader gaf lange tijd geen antwoord en omdat Ben nog steeds het gevoel had dat er iets mis was, durfde hij zijn vraag niet nog een keer te stellen. Hij wachtte, met ingehouden adem. Af en toe kwam er een klein koudewolkje uit zijn mond, bijna net als de rookwolkjes bij zijn vader.
‘Ze komt later wel weer terug, jong.’
Zijn vader rookte aan een stuk door en Ben stond zwijgend naast hem. Met een tik van zijn wijsvinger schoot zijn vader de peuk weg in het natte gras. Hij draaide zich om en liep naar de grote loods.
‘Kom, jong.’
Ben bleef nog even kijken in die verte, hopend dat ze daar zou komen aanfietsen, maar de dijk was leeg. Geen mens te zien. Hij volgde zijn vader.
‘s Avonds, toen het al een tijdje donker was, wachtte hij op het moment dat altijd kwam. Het moment dat zijn moeder zei: ‘Kom, het is tijd.’ Dan liepen ze samen de trap op en ging hij zich uitkleden. Zijn moeder wachtte tot hij klaar was en las hem voor als hij onder de deken lag.
Hij wachtte, maar het moment kwam niet. Ondanks de duisternis in huis brandde alleen de eettafellamp. Zijn vader zat bij de tafel.
In zijn mondhoek hing een onaangestoken sigaret.
Ben zat, en wachtte. Uiteindelijk sloeg de klok lange slagen en keek zijn vader op.
‘Wat doe je hier nog, jong?’
‘Moet ik naar bed gaan?’
‘Doe dat maar.’ Zijn vader knikte en zei nog eens: ‘Doe dat maar.’ Zelf bleef hij zitten.
Aarzelend stond Ben op. Het was vreemd om alleen naar boven te lopen. Hij wist waar de lichtknopjes zaten, natuurlijk, en hij wist wat hij moest doen, maar toch was het vreemd. Hij poetste zijn tanden en ging op het krukje staan, zodat hij in de spiegel kon kijken, hopend dat zij daar zou verschijnen. Naast hem, om haar hand op zijn schouder te leggen en tegen hem te glimlachen via het glas van de spiegel.
Het bleef leeg.
Hij slikte de tandpasta door en spoelde zijn tandenborstel af. De woorden van zijn vader klonken in zijn hoofd toen hij plaste en later ook nog, toen hij onder de deken lag en zich probeerde voor te stellen dat ze nu bij hem zat en hem voorlas.

Ze komt wel terug, jong. Later.

Er was op een dag een telefoongesprek waarna zijn vader een paar uur weg ging, terugkwam en hem tegen zich aantrok. Zijn gezicht zag bleek en Ben keek verbaasd naar de grauwe sporen op zijn wangen. Luisterde verbijsterd toen zijn vader begon te praten en schudde met zijn hoofd. Zijn vader leek vergeten te zijn wat hij eerder gezegd had, maar Ben hielp het hem onthouden.
‘Later, pa, later komt ze terug.’
En Ben bleef het zeggen, nu voor hen beiden. ‘Later, later, later komt ze terug.’
En zijn vader schudde zijn hoofd, hield hem vast, knikte, sprak een paar woorden, zweeg en rookte een peuk. 

Toen Ben Vervoort zes jaar en zeven maanden oud was, wist hij dat later lang duurde. Hij stond iedere dag samen met zijn vader aan de rand van het erf en keek uit over de polder die van winters wit veranderde in frisgroen. Vogels vulden de lucht met gekwetter en gezang, de zon kwam op, ging onder. Zwartbonte koeien vulden de weilanden, zwiepten met hun staarten en kregen kalfjes. Over de dijk reed een auto, of een tractor van een buurman, of een fietser met wapperende jaspanden.
Iedere dag stelde Ben dezelfde vraag als ze daar stonden te wachten. Te kijken. ‘Ze komt later weer terug, hè pa?’
En dan trok zijn vader aan zijn sigaret tot de askegel zo lang was dat de wind hem wegblies. Soms gebeurde dat al snel, als het hard waaide, en soms duurde het langer, maar altijd brak de as en verwaaide over het weiland. Dan keek zijn vader er verdwaasd naar, liet de peuk vallen en trapte die uit met de hak van zijn klomp.
‘Kom jong, eten.’
En Ben volgde hem, al keek hij nog een paar keer over zijn schouder, om het moment niet te missen dat ze daar zou rijden op de dijk, tot ze bij de achterdeur kwamen en hun klompen uit deden en naar binnen gingen. De eerste weken aten ze pap, veel pap, maar toen kwam Annie in huis helpen en kookte ook voor hen.
Ben vond het leuk om met Annie in de keuken te zijn. Het was gezellig met haar. Ze wachtte hem op als hij uit school kwam en ging dan met hem aan de keukentafel zitten om samen thee te drinken en een koekje te eten.
‘s Avonds als het eten op was, keek Ben zelf op de klok en koos een moment om naar boven te gaan. Op zijn sokken sloop hij de trap op naar boven, om zich daar klaar te maken voor de nacht. Hij keek iedere avond in de spiegel en verder, hopend dat ze daar zou staan, haar hand op zijn schouder, terwijl hij zorgvuldig zijn tanden poetste. Boven, onder, links en rechts. Dan slikte hij zijn tandpasta door, keek nog een keer goed in de spiegel, en spoelde zijn tandenborstel af.
Op sommige avonden kwam zijn vader met hem mee naar boven, maar nooit, nooit zat hij naast zijn bed om hem een verhaal voor te lezen.
Zijn haren werden langer en de kinderen op school trokken er soms aan. Ben zocht de kam van zijn moeder op en kamde alle klitten eruit. Toen vroeg hij zijn vader om zijn haren te wassen. In plaats daarvan pakte zijn vader een schaar en haalde de langste lokken weg. Ben zag ze op de grond vallen en dacht aan de krullen van zijn moeder toen hij ze met stoffer en blik bij elkaar veegde en ze langzaam in de prullenbak liet glijden.
De volgende dag op school trok niemand aan zijn haren.

 

"Nieuw Nederlands talent."

Reformatorisch Dagblad
j

Over de auteur

Auteur Lisette van de Heg

Lisette van de Heg (1983) schreef al jaren korte verhalen, voordat ze haar eerste roman publiceerde. Met haar debuutroman Mara won ze de Publieksprijs voor het Christelijke boek. Het boek werd meerdere keren herdrukt en verschillende keren vertaald. Kort na het verschijnen vroeg de Brancheorganisatie van het Christelijke Boek (BCB) haar om het actieboek te schrijven. In 2009 had Lisette het gevoel dat ze daar nog niet klaar voor was, maar enkele jaren later nam ze de uitdaging aan en schreef de novelle Later.

‘Een leven zonder verhalen kan ik me niet voorstellen. Vanaf het moment dat ik leerde lezen, ging er een wereld voor me open. Die wereld werd alleen maar groter toen ik zelf begon te schrijven.’
Lisette van de Heg

Andere E-Books

Lees ook mijn nieuwste roman

Flirt
een romance

Wat zou jij doen als je partner niet ziet waar je mee worstelt, maar een ander wel? Wat mag het kosten om de leegte in je leven te vullen?